Video insluiten

0044 Interview met de heer W. de Groot 2010-03-18

Video, kleur, met geluid
Video insluiten

0044 Interview met de heer W. de Groot
, 2010-03-18

Video, kleur, met geluid

Wilke de Groot (1926) is geboren in Groningen. Als kind overleed zijn moeder en zijn vader bracht hem en zijn broer en zus naar het Groene Weeshuis aan de Oude Ebbingestraat. De Groot vertelt over het leven en de gebruiken in het weeshuis, over de verhuizing in 1933 van het weeshuis naar Villa Hilghestede aan de Verlenge Hereweg. Zijn belevenissen in de oorlog en hoe er een einde kwam aan zijn verbintenis met het weeshuis.

14 fragmenten uit 0044

Fragment 1 van 14 - 004400:00:00:00 - 00:08:48:00

Wilke de Groot, geboren op 8 augustus 1926 in Groningen, in de Zonnebloemstraat (Oosterpark). Hij heeft nog een zus die anderhalf jaar ouder is en een broer die anderhalf jaar jong…

Wilke de Groot, geboren op 8 augustus 1926 in Groningen, in de Zonnebloemstraat (Oosterpark). Hij heeft nog een zus die anderhalf jaar ouder is en een broer die anderhalf jaar jonger is. De Groots moeder werd ziek, kreeg tbc, waarna ze een oudere dame in het gezin kregen. In oktober 1932 overleed zijn moeder. Vader kon vervolgens niet goed meer voor het gezin zorgen. Zo kwam De Groot in het Groene Weeshuis, het weeshuis van de Hervormde gemeente, terecht in de Oude Ebbingestraat, waar het oude weeshuis was. Van het weeshuis herinnert De Groot de aankomst en ontvangst door de directrice. De Groot herinnert zich de grote speelplaats en een grote trap met leuning waar je vanaf kon glijden. De Groot herinnert zich niet dat zijn vader iets over het weeshuis heeft verteld tevoren. Zo kwamen zij in een grote groep kinderen die zijn broers en zussen werden. Jongens en meisjes werden gescheiden, al speelden ze samen op het plein en bezochten ze samen de school aan het Guyotplein. Juffrouw Bus gaf er les aan de eerste klas. De Groot herinnert zich de school nog. Hij was toen zes jaar oud. Naar de begrafenis van zijn moeder is De Groot niet geweest. Ze zaten toen bij de buren. De buurvrouw kookte toen zuurkool voor hen met drillerig spek. Na een jaar in oktober 1933,over de Grote Markt, Herestraat, Hereweg en Verlengde Hereweg in gebouw Hilghestede, voor jonge jongens en meisjes kwam een nieuw weeshuis, met aan de overzijde Pa Sperata, voor de iets oudere jongens. In een weeshuis heeft ieder kind een voogd. De Groot noemt er enkelen. De voogden vergadereden in de voogdenkamer, over financiën en over gedrag van de kinderen.

Fragment 4 van 14 - 004400:18:00:00 - 00:29:01:00

Er gebeurden dingen die De Groot zeker achteraf niet helemaal goed vond. Zoals het strafsysteem waardoor kinderen soms niet met hun ouder mee mochten. Daarmee werd de ouder gestraf…

Er gebeurden dingen die De Groot zeker achteraf niet helemaal goed vond. Zoals het strafsysteem waardoor kinderen soms niet met hun ouder mee mochten. Daarmee werd de ouder gestraft voor iets wat het kind had gedaan. Ook het feit dat de kinderen direct na het eten naar de slaapzaal moesten, ook al was je twaalf jaar. In de winter was dat niet zo erg, maar in de zomer hoorden ze dan nog de jongens aan de overzijde in het weeshuis nog voetballen, waar ze stiekem naar keken. Om half elf of elf uur kwam de directrice met staf naar boven. Ze deden het licht aan en zagen dan dat De Groot nog niet sliep. Naar verloop van tijd mocht De Groot na het eten opblijven en rondlopen op een speelveld, even afkoelen en dan naar bed. Maar het hielp allemaal niets. 's Nachts mochten ze ook niet naar de wc. Als je wel ging en je werd betrapt dan kreeg je de volgende dag een reprimande. Wie in bed geplast had, moest in een koud bad zich verschonen. Achteraf gezien constateert De Groot dat het aan enige affectie of echte liefde ontbrak in het weeshuis. Wat er verder in de wereld te koop was wist hij ook niet. Met geld leren omgaan was er niet bij. Of een bloemetje geven aan iemand die je helpt, leerde je ook niet. De Groot heeft dat allemaal zelf moeten aanleren. Feitelijk leefde je in een weeshuis in een enorm isolement.

Fragment 5 van 14 - 004400:29:01:00 - 00:38:53:00

De Groot vertelt over de dagindeling, het vroege opstaan en je bed afhalen en opmaken. Met een gebed als dank voor de voorspoedig verlopen nacht. Na de gong naar beneden waar de ta…

De Groot vertelt over de dagindeling, het vroege opstaan en je bed afhalen en opmaken. Met een gebed als dank voor de voorspoedig verlopen nacht. Na de gong naar beneden waar de tafels al gedekt waren. Met twee sneetjes brood en een bord pap dat er al een tijdje stond. Daarom zat er een vel op. De Groot vond zo'n vel lekker, maar wie dat vies vond werd naar beneden gestuurd om in het washok te gaan eten. Met gebed voor en na het eten, even wachten in de kinderzaal en dan lopend in de rij naar school met de juf naar de Coendersweg. Die haalde de kinderen tussen de middag weer op om te eten. Met gebed en bijbellezen. 's Avonds een broodmaaltijd met gebeden voor en na gebed en bijbellezen na het eten en dan naar bed en weer bidden. Vaak bidden dus. De Groot herinnert zich nog een gebed na het middageten. Hij draagt het voor. Na school gingen ze soms wandelen in het Sterrebos. Bij andere kinderen thuis kwamen ze niet, sowieso gingen ze niet met andere kinderen. Het weeshuis was hun wereld. Het christelijke element was belangrijk: kinderkerk in de Nieuwe Kerk, de Martinikerk, Helperkerk, zondagschool, knapenvereniging en jongelingvereniging, catechisatie in de A-kerk. De weeshuis kinderen hadden een sterke onderlinge band, net als met je broer of zus. Meisjes leerden niet door, de jongens wel. Ze haakten spreien en stopten sokken, behalve de voetbalsokken van de jongens! In de winter ging het anders in de eetzaal. Dan kreeg je namelijk eerst een lepel levertraan, wat je met een slokje melk of stukje brood mocht wegspoelen. Sinterklaas en kerst werd ook in de eetzaal gevierd, met cadeautjes en een kerstboom. Elf november werd niet aan gedaan, vermoedelijk omdat dit van een ander geloof was. Behalve bij de buren, daar kregen ze wel een speculaaspop als ze er met een lampionnetje langs gingen. Snoepen was verder niet aan de orde.

Fragment 7 van 14 - 004400:49:20:00 - 00:55:04:00

Na de lagere school zat De Groot twee jaar naar de ULO, waarna hij naar de ambachtsschool vertrok. Dat was in de oorlog. Ze gingen op de fiets tot er geen fietsbanden meer waren. T…

Na de lagere school zat De Groot twee jaar naar de ULO, waarna hij naar de ambachtsschool vertrok. Dat was in de oorlog. Ze gingen op de fiets tot er geen fietsbanden meer waren. Toen kregen ze een abonnement op de tram. Daarmee gingen ze ook stiekem op zondag de stad in, maar de conducteurs lieten ze gaan, terwijl het abonnement eigenlijk alleen door de week geldig was. Bij de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 zagen ze Duitsers over de Hereweg lopen. In het weeshuis zaten ze op relatieve afstand van de oorlogsontwikkelingen. In 1943 of 1944 namen de Duitsers het jongenshuis in beslag. Die kwamen in de kinderzaal terecht. De Groot ook. Hierna kwam er een villa aan de Quintuslaan waar de jongens naar toe gingen. Op de zolder van Hilghestede hadden de Duitsers een luisterpost ingericht, waar als er 's avonds Duitsers naar binnen wilden, de jongens de deur moesten open doen, ze sliepen dan speciaal beneden in huis en niet aan de Quintuslaan. Soms hadden de Duitsers ook vrouwen mee, maar die lieten de jongens niet toe. Dat was geen probleem. Vervolgens werd Hilghestede in beslag genomen. Dat gaf een groot logistiek probleem. Het huis werd ontruimd, de kinderen en meisjes, voor zover die laatsten nog aanwezig waren, want velen werden na de lagere school diensmeisje, gingen naar de Quintuslaan. De jongens sliepen enkele nachten bij een boer in het hooi achter Villa Sonnevanck aan de Verlengde Hereweg. Vervolgens kwamen de jongens bij familie terecht of vreemden. De Groot kwam bij een oom en tante aan het Van Brakelplein.

Fragment 8 van 14 - 004400:55:04:00 - 01:04:41:00

De Groot kreeg een oproep om schuttersputjes te graven voor de Duitsers en moest zich op een gegeven moment met anderen zich ´s avonds verzamelen met persoonsbewijs op het station…

De Groot kreeg een oproep om schuttersputjes te graven voor de Duitsers en moest zich op een gegeven moment met anderen zich ´s avonds verzamelen met persoonsbewijs op het station. ´s Nachts vertrok een trein en de volgende ochtend waren ze in Koekange. ´s Avonds weer verder en de volgende ochtend stonden ze bij Meppel. Daar moesten ze graven aan een tankwal. Weer verder met de trein naar Dieren. Vandaar lopend via Zevenaar door Lobith naar Elten. Een zware wandeling voor De Groot. In een bioscoopzaal hebben ze overnacht in Elten. Daar bleven ze vier weken en hebben ze bomen gekapt, voor de Siegfriedlinie (Westwall). Daarna maakten ze een treinreis door Duitsland naar Nieuweschans en vandaar weer terug naar Groningen. Eigenlijk moesten ze zich toen weer melden op de Grote Markt, maar dat deed De Groot niet. Hij werkte toen al bij machinefabriek Helpman. In het weeshuis kwam hij niet meer terug. Bij zijn oom en tante kon hij niet meer terecht. Hij heeft toen bij de tuinman van het weeshuis aan de Troelstralaan gewoond. Daarna weer op een ander adres in de Emmastraat. Vlak voor de bevrijding moest De Groot geopereerd worden aan zijn hand. Twee dagen later begon de bevrijding. De Groot verbleef toen in het ziekenhuis, waar hij meemaakte hoe de Eelderbrug werd opgeblazen en alle ramen in de serre waarin hij lag knapten. Na enkele dagen mocht hij weer naar huis in de Emmastraat. Zijn kleren liet hij wassen door het weeshuis, dat geld gaf om te douchen in het Helperbad. Zijn kostgeld betaalde het weeshuis ook. De Groot verhuisde nogmaals naar een ander gezin aan de Helperoostsingel. Dat was een prettig kosthuis.