Video insluiten

0051 Interview met mevrouw G. Bahlmann-Brouwer 2010-05-07

Video, kleur, met geluid
Video insluiten

0051 Interview met mevrouw G. Bahlmann-Brouwer
, 2010-05-07

Video, kleur, met geluid

Geesje Bahlmann-Brouwer is geboren in 1947 in Bellingwolde. Haar ouders hadden er een comestibles-drogisterij. Ze verkochten diverse merkartikelen en luxe producten die ook rondgebracht werden.
Vanaf haar negende hielp mevrouw haar vader op zaterdag mee boodschappen te bezorgen met de auto.
De zaak liep goed. Ze hadden ook personeel in de winkel en in huis. Dat personeel at gewoon met hen mee aan tafel.
Vader is in de oorlog gewond geraakt en bleef hier altijd last van houden. Desondanks wilde hij de winkel op een gegeven moment uitbreiden toen de zelfbedienigswinkels opkwamen. Dan had mevrouw ook in de winkel moeten gaan staan. Daar had zij geen trek in. Vervolgens hebben haar ouders de zaak verkocht aan de Spar en zijn ze in Winschoten gaan wonen.

10 fragmenten uit 0051

Fragment 1 van 10 - 005100:00:00:00 - 00:06:36:00

Geesje Bahlmann-Brouwer is geboren in 1947 in Bellingwolde. Haar ouders hadden een kruidenierszaak eigenlijk comestibles-drogisterij. Dat wi……

Geesje Bahlmann-Brouwer is geboren in 1947 in Bellingwolde. Haar ouders hadden een kruidenierszaak eigenlijk comestibles-drogisterij. Dat wil zeggen een zaak met meer specialiteiten en merkartikelen. De bestellingen werden op de fiets rondgebracht door haar broer, richting Bellingwolde en Vriescheloo. Haar moeder schreef de boodschappen in boekjes en in de winkel werd alles klaargezet. Vader en broer brachten het dan weg In het weekend deed mevrouw als negenjarige dat met haar vader. Dat was veel werk. Op vrijdagavond werd alles klaargezet en de volgende ochtend gingen ze richting Hamdijk en Oudeschans. Moeder sneed in de vroege ochtend het vlees met een vleesmachine. Het vlees werd koel bewaard Ze hadden koekjes van Verkade en Branbergen en die namen ze mee in een trommel, zodat ze vers bleven Vader is begonnen in 1942 of 1943. Hij raakte gewond in de oorlog en toen ging hij bij zijn moeder in de winkel. Dat ging niet goed. Ze zijn vervolgens naar naar Blijham gegaan, maar later toch terug naar Bellingwolde waar ze de winkel overnamen. Het was een speciale winkel met Noord-Hollandse Edammer kaas, een wat bijzondere kaas, die bewaard werd op houten planken in de kelder. Met veel zorg gebeurde dat. Vleeswaren was ook een specialiteit, het meeste kwam van Unox uit Oss. Dat werd bezorgd door bode HKS. Een andere bode was Wieringa. Beiden gingen naar Groningen. Er was ook nog een lokale bodenrijder. Vader zag er goed op toe dat de kwaliteit van het gebrachte vlees in orde was.

Fragment 6 van 10 - 005100:31:49:00 - 00:40:24:00

Spullen werden bewaard in een diepe kelder die eens per jaar grondig werd schoongemaakt. Frisdrank, roomboter, vleeswaren (grote hammen, bot……

Spullen werden bewaard in een diepe kelder die eens per jaar grondig werd schoongemaakt. Frisdrank, roomboter, vleeswaren (grote hammen, boterhamworst in blikken, metworsten op stokken met kranten eronder). Elke week werd de vloer van de winkel geboend. De vleesmachine werd elke avond schoongemaakt. Ze hadden ook een wijnkelder, een oude bedstee met theekisten waar wijnen in lagen. Kalmoeskruiden verkochten ze ook in de drogisterij. Keizer, de caféhouder betrok die van hen. De drogisterij en de rookafdeling waren aparte afdelingen, achter deurtjes. Dat was vanwege de accijns. Luxe (of weekend)koekjes, voor de boeren, waren niet gesorteerd. De gesorteerde koekjes waren van margarine. Hier zag je het standsverschil wel terug. In blikken trommels zaten ze en ze werden apart afgewogen in zakjes. Bij feesten, een bruiloft bijvoorbeeld, leverden ze ook de koffie en thee. Kopjes konden bij hen gehuurd worden. Haar ouders konden er prima van leven. Ze hadden dienstmeiden en hulp in huis. Voor de huishouding, maar ook voor in de winkel. En haar ouders gingen al vroeg op vakantie en kamperen. Mevrouw herinnert zich ook uitjes naar een tante in Delft. Met de auto duurde zo'n reis vijf uur. Moeder zat ook bij het operettekoor. Ze hadden een knecht die in het begin nog de boodschappen rondbracht. Het winkelmeisje moest van gegoede huize komen en een hulp in de huishouding die ook op de kinderen toezag.