Video insluiten

0082 Interview met de heer Klaas van der Tuuk 2009-04-09

Video, kleur, met geluid
Video insluiten

0082 Interview met de heer Klaas van der Tuuk
, 2009-04-09

Video, kleur, met geluid

Interview met de heer Klaas van der Tuuk geboren op 29 mei 1932 te Noorddijk. De heer Van der Tuuk, zoon van een groenteboer, was smid in Feerwerd. Na de lagere school in Waterhuizen volgde hij de ambachtsschool in de stad Groningen. In een smederij in Engelbert leerde hij het smidswerk in de praktijk. Hij haalde zijn diploma voor hoefsmid en werd knecht bij smederij Kunst in Slochteren. Nadat hij een patroonsdiploma had gehaald kocht hij in 1961 een smederij over in Feerwerd. Om zijn mogelijkheden uit te breiden opende hij ook een winkel en haalde diploma’s voor installateur waterleiding en gas, loodgieter en fietsenmaker. Ook had hij een benzinepomp. Door de voortdurende technische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen kon hij op de lange duur met smidswerk niet meer in zijn levensonderhoud voorzien. In 1972 ging hij in loondienst als onderhoudsmonteur bij het Academisch Ziekenhuis. Wel bleef hij in zijn vrije tijd en in de avonduren actief in zijn smederij. De heer Van der Tuuk vertelt over zijn onbezoldigde leertijd in de smederij in Engelbert; de examens die hij aflegde; het opbouwen van een klantenkring en de verzuiling en standsverschillen in Feerwerd; het beslaan en verzorgen van paarden; de vele uiteenlopende werkzaamheden in de smederij zoals het (her)leggen van hoepen; de gevolgen van de landbouwmechanisatie voor de smederij; de verkoop van bromfietsen, fietsen, kachels, wasmachines, stofzuigers etc.; de komst van aardgas en waterleiding; klanten die in de stad gingen kopen; de verdiensten en het verdwijnen van het (traditionele) smidswerk. Tenslotte geeft de heer Van der Tuuk een rondleiding in de smederij, hij stookt het smidsvuur op, smeedt een hoefijzer, welt (vuurlast) een schakel en geeft daarbij uitleg en toelichting.

12 fragmenten uit 0082

Fragment 1 van 12 - 008200:00:00:00 - 00:03:43:00

De heer Klaas van der Tuuk stelt zich voor en vertelt dat hij is geboren op 29 mei 1932 te Noorddijk vlakbij de stad Groningen. Zijn vader w……

De heer Klaas van der Tuuk stelt zich voor en vertelt dat hij is geboren op 29 mei 1932 te Noorddijk vlakbij de stad Groningen. Zijn vader was groenteboer en zijn moeder huisvrouw. Hij heeft een negen jaar oudere zuster die dienstmeid is geweest. Hij ging in Waterhuizen naar de Lagere School en daarna naar de Ambachtsschool. Vervolgens werd hij door zijn vader uitbesteed aan een smid in Engelbert om (onbezoldigd) het smidswerk te leren in de praktijk. Aanvankelijk dacht hij op de Ambachtsschool machinebankwerker te worden en hij haalde hiervoor ook goede cijfers in vergelijking met de cijfers voor smeden. Maar het vuur en het smeden trok hem aan. Hij vertelt dat de zoons van zijn eerste baas op diens begrafenis vertelden dat hun vader er altijd erg trots op was geweest dat hij een knecht had opgeleid die later zelfstandig smid was geworden. Toen hij begon te werken in de smederij in Engelbert begon hij met eenvoudige klussen. Ook leerde hij fietsen repareren. Hij vertelt dat hij zijn eerste kettingkast verknoeide. Zijn baas in Engelbert was ook eerst knecht geweest (bij smid Winter in Ten Boer). In de smederij in Engelbert was weinig gereedschap. Ook waren er niet veel machines. Regelmatig moest gereedschap zelf worden gemaakt. De heer Van der Tuuk vertelt dat hij hierdoor veel geleerd heeft.

Fragment 2 van 12 - 008200:03:43:00 - 00:08:54:00

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij zich als smid heeft ontwikkeld. Hij heeft bijgeleerd voor lood- en zinkwerk, installateur gas en water,……

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij zich als smid heeft ontwikkeld. Hij heeft bijgeleerd voor lood- en zinkwerk, installateur gas en water, verkoop en reparatie van brommers en fietsen en hij heeft de benodigde papieren. Hij volgde opleidingen in Amsterdam en Scheveningen en deed in Utrecht examen hoefsmid. Zaterdagochtend had hij les van een meesterhoefsmid uit Wehe den Hoorn in de Ambachtsschool aan de C.H. Petersstraat. Hij vertelt dat hij op weg naar school, op de motor vanaf Slochteren, bij het slachthuis afgehakte paardenvoeten meenam en in een jute zak naar school vervoerde. Deze paardenvoeten gingen op school in de bankschroef en dienden als oefenmateriaal. De examens voor hoefsmid waren in Utrecht en duurden twee dagen. De heer Van der Tuuk vertelt over het examen (anatomie van het paard, modelijzer maken, met twee leerlingen één paard beslaan). Van de vijf kandidaten slaagden er twee waaronder de heer Van der Tuuk. Na de examen uitslag werd hij dronken en reed met een taxi naar het station. Hij somt de cijfers op die hij op het examen hoefsmid haalde. Tijdens zijn periode als smidsknecht in Slochteren volgde hij zaterdags de patroonsopleiding aan de Ambachtsschool in de stad Groningen. Zijn baas wou hem alleen doorbetalen tijdens cursusuren als hij de smederij over zou nemen, maar dat zag hij niet zitten. De vele geloven en gezindten in de omgeving Slochteren maakten de overname voor hem te ingewikkeld. In een tijd van verzuiling was het voor hem te onduidelijk bij welke klant hij hoorde.

Fragment 3 van 12 - 008200:08:54:00 - 00:14:24:00

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij met zijn vrouw op zoek ging naar een geschikte smederij toen hij de benodigde diploma's had gehaald om ……

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij met zijn vrouw op zoek ging naar een geschikte smederij toen hij de benodigde diploma's had gehaald om zich zelfstandig te gaan vestigen. Het patroonsexamen, in Amsterdam, duurde een week. Er was examen in boekhouden, bankwerken, smeden, autogeen en elektrisch lassen en sleutels namaken met de hand. De heer Van der Tuuk legt uit wat je moest doen bij de verschillende onderdelen en vertelt dat hij elektroden voor het lassen moest lenen van iemand omdat hij die was vergeten mee te nemen. Het echtpaar Van der Tuuk vond een geschikte smederij in Feerwerd. Ze kenden aanvankelijk vrijwel niemand in dit dorp. De smid (Boersma) was overleden en de twee knechts hielden de zaak nog draaiende met de weduwe. Het pand was bouwvallig en de klantenkring moest opnieuw opgebouwd worden. De heer Van der Tuuk nam de smederij met een knecht over in 1961. Er moesten klanten en inkomsten komen. De heer Van der Tuuk vertelt hoe hij aan klanten kwam. De boeren, zo hoorde hij achteraf, hadden op de landbouwvereniging op aandringen van één boer besloten dat de nieuwe smid een kans moest krijgen en beoordeeld moest worden op zijn werk. Er waren verschillende religieuze stromingen vertegenwoordigd in Feerwerd wat van invloed kon zijn op de klandizie, maar de heer Van der Tuuk bleef neutraal. Hij werd (bestuurs)lid van een plaatselijke gymnastiekvereniging die voor alle gezindten toegankelijk was.

Fragment 5 van 12 - 008200:20:21:00 - 00:31:39:00

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij op den duur de maat van de hoefijzers van de paarden van zijn klanten uit het hoofd kende. Hij maakte o……

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij op den duur de maat van de hoefijzers van de paarden van zijn klanten uit het hoofd kende. Hij maakte ook (het ijzeren deel van) melkwagens (met wielen van een maaimachine) voor in de wei en legde melkleidingen aan in stallen. Soms besloeg hij op een ochtend drie tot vier paarden, wat hem door het voortdurende buigen maagklachten bezorgde. De klanten wachtten met hun paard voor de smederij op hun beurt. De heer Van der Tuuk vertelt dat hij een keer bijna werd getrapt door een paard dat hij wilde beslaan. Hij kon goed met paarden omgaan en vertelt hoe hij een paard benaderde en contact hield. Hij vertelt dat hij een keer een pijnlijk gezwel aan het onderbeen van een paard behandelde (een medische ingreep waar een hoefsmid toe gerechtigd is) bij een boer op stal en beschrijft de ingreep. Hij voelde de dankbaarheid van het paard toen hij de volgende dag kwam kijken. De heer Van der Tuuk legt uit dat een vervelend paard een zgn praam (een eindje touw aangedraaid met een stokje) op de neus kreeg. De neus is een plek waar veel zenuwen samen komen en zo werd het paard rustiger. Ook aan het onderbeen zit zo'n gevoelige plek. Af en toe gaf hij een paard een tik. Toen de boeren tractoren gingen aanschaffen liep het aantal paarden dat moest worden beslagen terug. Het voor een tractor aanpassen van landwerktuigen, die tot dan toe door een paard waren getrokken, leverde nieuwe inkomsten op. Deze ontwikkeling begon al in de jaren vijftig. De heer Van der Tuuk vond dit leuk werk. Ook de verkoop van brommers, fietsen en kachels leverde geld op. Hij sloot de kachels ook zelf aan (eerst kolenkachels, later oliekachels en toen gaskachels). Toen Feerwerd in 1968 aardgas kreeg had de heer Van der Tuuk reeds een diploma gasinstallateur. Door de technische ontwikkelingen moest hij zich constant ontwikkelen.

Fragment 6 van 12 - 008200:31:39:00 - 00:40:02:00

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij in 1961 één van de weinigen in Feerwerd was met een closet met waterspoeling. Ook was er al een telef……

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij in 1961 één van de weinigen in Feerwerd was met een closet met waterspoeling. Ook was er al een telefoonaansluiting aanwezig in het pand toen hij er kwam wonen. Luxe die hij niet gewend was. Bij veel huishoudens legde hij in Feerwerd een closet met waterspoeling aan in de jaren zestig. Op boerderijen bij Feerwerd legde hij drinkbakken voor vee en waterleiding aan. Toen de boeren ook werden aangesloten op het elektriciteitsnet nam het onderhoudswerk aan motoren af voor de smid. Zo had elke verandering en vernieuwing weer consequenties voor de werkzaamheden van de smid. Veel werkzaamheden waren voor Van der Tuuk ook eenmalig (bijvoorbeeld de aanleg van een gas- of waterleiding). Ook werden de klanten mobieler en ze gingen meer inkopen doen in de stad. In het café in Feerwerd stelde een grossier gaskachels op in samenwerking met smid Van der Tuuk en dan konden klanten iets uitzoeken. Later organiseerde hij ook busreizen voor klanten naar een groothandel in kachels in de stad zodat ze meer keus hadden. Eerst had hij dan de kamer opgemeten en de benodigde capaciteit berekend voor diverse klanten. Hij vertelt dat een eigenwijze klant desondanks een te grote kachel kocht waardoor de ruimte te heet of te koud werd. In deze periode kreeg hij steeds vaker klanten die in de stad iets hadden gekocht en bij hem in de winkel onderdelen haalden (bijvoorbeeld een stuk pijp voor een nieuwe kachel). Zijn overbuurman, die een café had, klaagde in die tijd dat de klant zich vol goot in de stad en bij hem een afzakker nam. Aan deze ontwikkelingen was niets te doen. Ook het werk aan landbouwwerktuigen liep hard terug in de jaren zestig. Zo gingen loonwerkers zelf lassen en repareren. Toen Wijnand Pon veel bedrijven van klanten van de heer Van der Tuuk opkocht in de buurt en een groot veebedrijf begon werd hij kwetsbaarder. Hij kreeg in eerste instantie veel werk bij de bouw van de stallen van Pon, maar na een jaar zakte het werk in.

Fragment 9 van 12 - 008200:49:12:00 - 00:57:06:00

Als smid, vertelt de heer Van der Tuuk, deed hij vroeger allerhande voorkomende klussen. Hij noemt wat voorbeelden (o.a. aansluiten van moto……

Als smid, vertelt de heer Van der Tuuk, deed hij vroeger allerhande voorkomende klussen. Hij noemt wat voorbeelden (o.a. aansluiten van motoren, aanleg en repareren van een waterpomp voor het vee in de winter). Regelmatig ergerde hij zich aan de houding van klanten. De "ik bepaal wat hier gebeurt" houding en de "doe dit maar even smid" houding. Boeren wilden soms dat hij in de middagpauze ploegscharen ging scherpen zodat de arbeiders weer snel aan het werk konden, maar hij weigerde dat. De boeren hadden de gewoonte om de landarbeiders, omdat ze toch tussen de middag in het dorp gingen eten, even voor een boodschap te sturen. Ook voor timmerlieden verrichtte hij smeedwerk. Verder werkte hij aan boerenwagens en gereedschap. Hij vond het leuk om melkmachine wagens te maken voor in de wei. Ook hengen maken vond hij leuk. Op zondag ging de heer Van der Tuuk rustig vissen, maar niet vlak bij een kerk. Hij vertelt dat hij anderen vrij liet in hun geloof, maar dat ze hem ook vrij moesten laten. Deze houding leverde hem geen problemen op in het verzuilde dorp. Voor zo'n twintig gulden werd een paard beslagen. Dit gebeurde ongeveer eens in de zes weken als het paard veel op straat liep. Paarden beslaan was een goede verdienste voor een smid. De heer Van der Tuuk deed zo'n vier tot vijf hoefijzers per uur als hij goed op dreef was. Hij legt uit dat de verdiensten daalden als hij steeds werd afgeleid van het werk in de smederij bijvoorbeeld door klanten in de winkel of bij de benzinepomp. Deze tijd kon hij niet doorberekenen aan de klant waarvoor hij op dat moment aan het werk was. Op de kostprijs rekende hij wel altijd 5% onvoorziene uren ter compensatie. Ook de knecht moest zijn uren verantwoorden in een boek.

Fragment 10 van 12 - 008200:57:06:00 - 01:04:25:00

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij alleen de laatste drie jaar geen knecht heeft gehad in zijn smederij. Toen zijn eerste knecht in dienst……

De heer Van der Tuuk vertelt dat hij alleen de laatste drie jaar geen knecht heeft gehad in zijn smederij. Toen zijn eerste knecht in dienst moest nam hij een nieuwe knecht aan. Toen hij bij smid Kunst in Slochteren werkte , vertelt de heer Van der Tuuk, was er een paard dat al sloffend de melkwagen over straat trok. Dit paard moest elke week worden beslagen omdat zijn ijzers erg snel sleten. De hoefijzers hadden maten oplopend van drie tot negen. Nummer negen was voor een grote Belg, nummer vier voor een kidde en nummer zes voor een Bovenlander. Hij leerde al snel welk paard welke maat had. Hij vertelt hoe het beslaan van een paard in zijn werk ging (afhalen van het ijzer, bekappen van de hoef, ijzer er opnieuw onderzetten of een nieuw ijzer aanbrengen). Als een paard niet regelmatig wordt beslagen bestaat de kans dat het ijzer vergroeid met de hoef legt hij uit. Vervolgens legt de heer Van der Tuuk uit hoe een ijzeren hoep door de smid om een houten wagenwiel werd gelegd (uitmeten van de omtrek van het wiel rekening houdend met de krimp van de hoep, het smeden, omleggen, afkoelen en krimpen van de ijzeren hoep). Een klus die al snel een paar uurtjes in beslag nam. Vooral in de zomer, tijdens een droge periode als het hout uitdroogde en kromp, liepen er vaak hoepen van wielen en kon het even flink druk zijn. Als een hoep te krap was uitgemeten of de krimp van het ijzer niet goed was ingeschat kon een wagenwiel uit elkaar spatten en moest de smid voor de kosten opdraaien. De heer van der Tuuk herinnert zich zo'n geval bij de smid in Engelbert. Later kregen de boerenwagens luchtbanden. Voordat het oogstseizoen begon keek de smid de zichtmachines na in zijn smederij.

Fragment 11 van 12 - 008201:04:25:00 - 01:09:51:00

De heer Van der Tuuk vertelt over het sociale aspect in de smederij en de gesprekken die werden gevoerd. Naast een praatje in de smederij (t……

De heer Van der Tuuk vertelt over het sociale aspect in de smederij en de gesprekken die werden gevoerd. Naast een praatje in de smederij (tussen klanten of met de smid) werd ook uitgebreid gepraat met een klant die langs kwam om een rekening te betalen. Deze klant werd uitgenodigd in huis en kreeg een borrel of een sigaar. Tijdens dit bezoek had Van der Tuuk geen inkomsten want er kon niet gewerkt worden. Van der Tuuk dronk zelf nooit onder werktijd i.v.m. de schade die dit zou kunnen opleveren voor zijn reputatie. Als middenstander moet je oppassen dat de mensen niet negatief over je gaan praten legt hij uit. Hij vertelt dat een boer een keer een rekening kwam betalen toen zijn vrouw net het huis had schoongemaakt. De man deed zijn laarzen uit en zijn sokken zaten onder de mest. Toen de man was vertrokken stonk het hele huis naar mest en moest er weer gelucht worden. Elke klant, groot of klein, werd in huis uitgenodigd als hij de rekening kwam betalen. De heer Van der Tuuk kijkt met veel plezier terug op zijn werkzame leven. Als smid had hij meer vrijheid dan in het Academisch Ziekenhuis. In het Academisch Ziekenhuis bij de technische dienst in de werkplaats moest hij, als voormalig ondernemer, erg wennen aan het lagere werktempo en de lange pauzes. De heer Van der Tuuk staat op om naar de werkplaats te gaan.

Fragment 12 van 12 - 008201:09:51:00 - 01:18:26:00

…ar gaat minder snel. De heer Van der Tuuk brengt een rits aan in een gesmeed ijzer en vertelt dat de ijzers van de hoefijzerfabriek "Helpman" komen. Tegenwoordig (2009) zijn er …

De heer Van der Tuuk staat in de werkplaats / smederij en brengt het vuur op temperatuur. Hij vertelt dat de steenkool voor dit vuur speciaal door smeden wordt gebruikt en uit Tjechië komt. Hij koopt het in Hoogezand. Hij laat zien hoe je omgaat met de hitte (af en toe even omdraaien zodat de achterzijde van je lichaam ook warm wordt en de voorzijde wat kan afkoelen). Hij smeedt een hoefijzer en vertelt dat vroeger de voorslager (meestal de knecht) het gesmede ijzer met een voorhamer bewerkte en de smid op het aambeeld met twee kleinere hamers de rits aanbracht in het hoefijzer. Alleen werken kan ook maar gaat minder snel. De heer Van der Tuuk brengt een rits aan in een gesmeed ijzer en vertelt dat de ijzers van de hoefijzerfabriek "Helpman" komen. Tegenwoordig (2009) zijn er rijdende hoefsmeden met een gasoven in de auto. Hun manier van werken verschilt behoorlijk bij wat de smid vroeger deed. De heer Van der Tuuk maakt nog een lip aan het hoefijzer, zodat het ijzer niet gaat verschuiven aan de hoef. Als het paard slechte brokkelige hoeven heeft (bijvoorbeeld veroorzaakt doordat de hoeven zwart zijn gemaakt wat het effect heeft van nagellak) worden er meerdere lippen aan het ijzer gemaakt. Een merk geeft aan op welke hoef het ijzer moet. De heer Van der Tuuk laat tenslotte zien hoe de smid vroeger vuurlaste in de tijd dat autogeen lassen nog niet uitgevonden was. Zand zorgt ervoor dat de kern wel heet genoeg is maar de buitenkant niet verbrand. Smeden hebben, behalve het vuurlassen, veel andere praktische zaken uitgevonden aldus de heer Van der Tuuk. Bij de smeden begon de mechanisatie als het ware. Tenslotte vertelt de heer Van der Tuuk dat er slecht weer aankomt op wat langere termijn als het vuur van de smid snel uitgaat (lage luchtdruk). Blijft het vuur na het smeden nog lange tijd branden dan komt er mooi weer (hoge drukgebied).