Video insluiten

0093 Interview met de heer Harmannus van Calkar 02-02-2009

Video, kleur, met geluid
Video insluiten

0093 Interview met de heer Harmannus van Calkar
, 02-02-2009

Video, kleur, met geluid

Deze film is nog niet online beschikbaar.

Interview met de heer Harmannus (Mans) van Calkar uit Harkstede / Scharmer, van beroep timmerman / aannemer. Zijn vader was bakkersknecht. Daarnaast beheerden zijn ouders het dorpshuis in Harkstede. Na de lagere school ging de heer van Calkar drie jaar naar de Ambachtsschool. Daarna vervolgde hij zijn timmermansopleiding via het leerlingenstelsel. Hij deed de avondschool en volgde een gezellencursus. Ook volgde hij nog drie jaar Dalton HBS om leraar te kunnen worden, wat uiteindelijk niet lukte. Bij een timmerman (dhr Dijkhuis) in Ruischerbrug, waar hij aanvankelijk pleegsman was, leerde hij het vak in de praktijk. In 1966 trouwde hij en in 1974 nam hij het bedrijf van zijn baas over. Hij verplaatste het bedrijf naar een oud schoolgebouw in Scharmer. Toen hij op zijn tweeënzestigste met de VUT ging zette zijn zoon het bedrijf voort. De heer Van Calkar vertelt over zijn jeugd; de klusjes na schooltijd bij de plaatselijke timmerman; zijn opleiding en de werkzaamheden tijdens zijn eerste baan; de veranderingen in het timmermans- / aannemerswerk in de loop der jaren (o.a. mechanisatie, specialisaties, vervoer, bouwmaterialen); de klanten voor wie hij werkte en de huizen die hij bouwde; de verdiensten als timmerman / aannemer en de concurrentie; het personeel dat hij in dienst had, de teamgeest en de manier van werken; de wetgeving en de welstandscommissie; het plezier in het (vak)werk.

13 fragmenten uit 0093

Fragment 2 van 13 - 0093

De heer Van Calkar vertelt dat hij geen bakker hoefde te worden van zijn vader, daar werd nooit over gepraat. Na de lagere school ging hij als jongen, bijna vanzelf sprekend, naar de Ambachtsschool. Al in het eerste jaar moest hij kiezen tussen de richtingen schilder, bankwerker of timmerman. Hij koos voor timmerman omdat hij na schooltijd altijd al aan het knutselen was bij de plaatselijke timmerman (Roelf Gras). Eerst veegde hij bijvoorbeeld de werkplaats aan en toen hij een jaar of vijftien was verdiende hij bij met het timmeren van kippenhokken. Het was een armoedige tijd en elke bijverdienste was welkom. De eieren die de kippen legden werden verkocht via een tussenhandelaar en gingen naar Barneveld. De heer Van Calkar vertelt over de hond van dorpstimmerman Gras die op ratten jaagde bij mensen die kippen hielden. Bij timmerman Gras leerde hij ook kozijnen en ramen maken en op zijn zestiende kon hij al aardig timmeren. Timmerman Gras maakte ook houten speelgoed, bijvoorbeeld voor Sinterklaas. De heer Van Calkar herinnert zich dat de Sinterklaascadeaus die hij kreeg bij moeder Gras groter waren dan thuis, zogenaamd omdat hij harder had gezongen. Hij reed een keer met zijn broertje in de sloot met een door Gras getimmerde houten kar. Zijn ouders hadden het niet breed, maar hij kende geen echte armoe in zijn jeugd en er waren geen schulden. Zo heeft hij goed met geld leren omgaan. Hij ging één keer op vakantie in zijn jeugd, naar de Posbank, en herinnert zich dat de solex van zijn moeder op hol sloeg in de afdaling. Zijn broer, vertelt hij, ging vaak bij zijn oom langs om te vragen wanneer deze een keer dood ging want de oom had hem beloofd dat hij dan zijn paard zou erven.

Fragment 3 van 13 - 0093

Elke bijverdienste was welkom in gezinnen in zijn jeugd vertelt de heer Van Calkar. Kinderen hielpen bijvoorbeeld met aardappels krabben. Toen hij kon gaan verdienen als timmerman was het gezin Van Calkar al lang blij dat er inkomsten bij kwamen om de lasten te verlichten. Hij was zuinig op zijn eerste zelf gekochte pofbroek. De heer Van Calkar vertelt dat hij ging werken bij timmerman / aannemer Rein Dijkhuis in Ruischerbrug. Zijn vader ging met hem naar Dijkhuis en vroeg Dijkhuis of die zijn zoon het timmermansvak kon leren. Over geld werd niet gepraat. Hij herinnert zich dat hij cement naar boven moest sjouwen voor de stukadoor en driftig werd toen ze hem vaker lieten lopen dan nodig was. Ondertussen keek hij toe hoe de vaklui hun werk deden en leerde van alles zoals het stellen van kozijnen. In feite was hij indertijd pleegsman. Ook deed hij allerlei boodschappen en vervoerde hij bouwmaterialen met een fietskar. In Ruischerbrug hielp de kruidenier hem altijd de steile brug over herinnert hij zich. Het zware werk als pleegsman motiveerde hem om hogerop te komen. Hij kocht een troffel en leerde zichzelf thuis metselen. Toen hij op het werk zijn eerste muurtje metselde trapte de baas de muur om en beweerde dat er een knik in de muur zat. Zo leerde je het vak, legt hij uit, jeugdlonen e.d. had je niet. In het begin leerde hij al snel balken vlak te schaven met de hand, machines had je niet. Lijm was er niet en kozijnen werden met houten deuvels vast gezet. Hij legt uit wat een deuvel is en hoe je hem plaatst. Spijkers waren er wel in zijn jeugd, maar die werden niet gebruikt in kozijnen. Schroeven kwamen pas later. Ook over restauratie van kerken (o.a. Noorddijk) leerde de heer Van Calkar veel zoals het bouwen van houten steigers. Als jongen beklom hij ladders als de beste. Hij vertelt dat hij een keer een enge klus verrichtte aan de windhaan van de kerk van Noorddijk nadat deze niet goed bleek te functioneren na de restauratie.

Fragment 6 van 13 - 0093

Zijn baas in Ruischerbrug, waar hij zestien jaar voor werkte, was in feite een dorpstimmerman met twee of drie knechten vertelt de heer Van Calkar. Daardoor werkte hij nog relatief lange tijd handmatig. Een voordeel was dat hij met veel verschillende soorten werkzaamheden in aanraking kwam. Toen zijn baas vijfenzestig werd, in 1974, nam de heer Van Calkar de zaak van zijn baas over en werd hij aannemer. In het begin maakte hij ’s winters, als de bouw stil kwam te liggen, de kozijnen voor een huis waar hij aan werkte, maar later werd dit werk door de fabriek gedaan. Toen hij zelfstandige werd in 1974 begon hij direct met het mechaniseren van het verouderde bedrijf van zijn voormalige baas. Na tijdelijk in een oude boerderij te hebben gezeten vestigde hij zijn bedrijf al snel in het oude schoolgebouw in Scharmer omdat daar meer ruimte en mogelijkheden waren voor hem. Hij vond het vervelend dat hij het moeilijk eens kon worden over de overnameprijs met zijn oude baas, maar deze vroeg te veel voor zijn verouderde bedrijf en hij kon en wilde niet het gevraagde bedrag betalen. Een deel van het (verouderde) materiaal heeft hij toen niet overgenomen. Het klantenbestand was wel inbegrepen en daar heeft de heer Van Calkar veel aan gehad. Hij vertelt dat sommige klanten erg lastig konden zijn als je voor hen werkte, zoals een boer die hem een straalkachel gaf zodat het verlijmde zachtboard plafond sneller zou drogen. Bij een andere boer moest hij zijn brood op de stal opeten bij de koeien.

Fragment 8 van 13 - 0093

In het begin toen hij voor zichzelf begon, vertelt de heer Van Calkar, was het wel spannend. Hij had een oudere werknemer overgenomen van zijn oude baas en deze was nogal negatief. Zo beweerde hij dat je niet tegen de techniek kunt op vechten. Met een andere man die hij in dienst nam heeft hij vijfendertig jaar met plezier samengewerkt. Op den duur had hij acht man in dienst en er kwam steeds meer werk. Zo brak een moment aan waarop hij vijftien man in dienst had en geen tijd meer had om zelf mee te werken omdat hij het te druk had met organiseren. Hij besloot daarom terug te gaan naar acht man personeel. Dit maakte voor de verdiensten nauwelijks iets uit en het werkte veel plezieriger. De heer Van Calkar vertelt over een huis in Loppersum dat hij heeft gebouwd en waar hij erg trots op is. In deze periode waren er drie aannemers in Harkstede / Scharmer. Er waren weinig vreemde aannemers in de regio actief zoals later. Wel gingen Nederlandse timmerlui in Duitsland werken waar ze meer konden verdienen. Dit is te vergelijken met de Polen die later naar Nederland kwamen vindt de heer Van Calkar. In zijn tijd als aannemer had de heer Van Calkar weinig last van uitstroom en hij werkte met een hechte groep flexibele vaklui die goed op elkaar was ingewerkt. Het personeel in de bouw was destijds nog niet zo gespecialiseerd en veel meer allround vindt hij. Daardoor was er variatie en plezier in het werk. Bovendien deed de timmerman veel meer zelf. Hij legt uit hoe het werk in het bedrijf van zijn zoon, die hem heeft opgevolgd, is verdeeld onder specialisten en veel materialen uit fabrieken prefab worden aangeleverd. Deze systeembouw gaat snel en is goedkoop en efficient maar is minder leuk voor de vakman. Het hoort bij de veranderde tijden waarin geld en luxe steeds belangrijker zijn geworden denkt de heer Van Calkar.

Fragment 11 van 13 - 0093

Alles ging vroeger handmatig vertelt de heer Van Calkar. In een werkboekje werd alles betreffende het werk bijgehouden en opgeschreven. In een kaartenbak werd het klantenbestand bijgehouden. De gegevens uit het werkboekje werden op de kaart van de betreffende klant overgebracht waarna uiteindelijk de rekening kon worden opgesteld. Meestal was het streven het werk voor een klant voor de kerst / bouwvak etc. af te hebben. Soms werden de rekeningen dan pas tijdens de vakantie op Terschelling geschreven en verstuurd en stond het bedrijf tijdelijk rood. In totaal moest er dan nog tegen de twee ton worden geïnd. Klanten klaagden zelden dat de rekening tegenviel en de kosten te hoog waren opgelopen vertelt de heer Van Calkar. Het meeste werk, met name verbouwingen, nam Van Calkar aan op uurbasis omdat er te veel onvoorziene omstandigheden waren. Tegenwoordig (2009) is vrijwel alle werk aangenomen voor een bepaald bedrag vertelt hij. Met aangenomen werk wordt de klant niet gewaar of je winst of verlies lijdt. Bij werk op basis van een uurtarief kunnen de kosten soms tegenvallen voor een klant en kan de rekening hoger uitvallen dan verwacht. Als er eenmaal wordt gebouwd aan een huis, vertelt de heer Van Calkar, wordt de klant vaak steeds enthousiaster en gaan de kosten voor aan te schaffen sanitair, kranen, keukens e.d. al snel uit de hand lopen. Van Calkar wees de klant hier altijd op. Tegenwoordig (2009) vragen klanten meerdere aannemers om een offerte en zoeken daarnaast vaak nog op internet. Hiermee is het complexer geworden dan voorheen. Als werk werd aanbesteed in de tijd van Van Calkar maakten een stuk of vier aannemers een offerte. Degene die het werk werd gegund betaalde de anderen die hadden ingeschreven een vast bedrag ivm gemaakte kosten. Een eerlijk systeem vindt de heer Van Calkar. Ook werden vroeger wel prijsafspraken gemaakt of er werd, op afspraak, even boven een concurrent geoffreerd. Zonder controle gebeurt zoiets al snel vertelt hij.

Fragment 13 van 13 - 0093

De heer Van Calkar vertelt dat hij met een hecht team werkte dat een eenheid vormde. Zijn bedrijf had een goede naam in de regio. Jaren later kreeg hij nog wel eens complimenten van oud klanten voor het door hem gebouwde huis. Veel klanten lieten hun bouwwerkzaamheden al twee generaties door de firma Van Calkar verrichten. Een opdracht werd destijds als het ware aangenomen bij de keukentafel en er was geen chique ontvangst in een duur kantoor vertelt hij. Hij vertelt vervolgens over een bezoek aan het luxe kantoor van Raab Karcher in Assen. De heer Van Calkar vindt dat hij zijn mooiste huis heeft gebouwd in Loppersum. Een groot en bijzonder pand dat destijds een uitdaging vormde om te bouwen. Oudere huizen vindt hij mooier dan moderne. Moderne huizen vindt hij vaak saaier. De heer Van Calkar kijkt vol tevredenheid terug op zijn tijd als aannemer. De variatie in de werkzaamheden spraken hem het meest aan. Ook het kunnen aanschouwen van de resultaten gaf veel bevrediging. Toen de heer Van Calkar met de VUT ging reden zijn kinderen hem langs de huizen die hij had gebouwd en hij verbaasde zich over de productie van zijn bedrijf. Hij vertelt dat hij altijd op zijn personeel kon rekenen. Gemiddeld bouwde hij vier huizen per jaar. In totaal heeft hij zo’n tachtig huizen gebouwd en daarnaast nog veel onderhoudswerk verricht en melk- en veestallen gebouwd. Van Calkar bouwde ook buiten de regio Harkstede tot in Zoutkamp, Loppersum en Zuidlaren. Tenslotte vertelt hij nog over de aanpassingen en verbouwingen die hij heeft gedaan in het oude schoolgebouw waar hij in woont. Hij heeft o.a. een oud schoollokaal (her)ingericht. Na zijn pensioen heeft hij zich nooit verveeld.