Jan Medema is geboren in 1938. Hij komt uit een gezin van vier en is groot geworden op Lauwerszijl waar zijn opa en vader een boerderij hadden. In 1958 verhuisde hij met zijn vader…

Jan Medema is geboren in 1938. Hij komt uit een gezin van vier en is groot geworden op Lauwerszijl waar zijn opa en vader een boerderij hadden. In 1958 verhuisde hij met zijn vader naar een boerderij in Schouwerzijl. Boeren moesten twee percelen met vlinderbloemigen verbouwen, een met witte en een met rode klaver. Dat was ten behoeve van de vruchtwisseling en het inbrengen van stikstof en humus in de bodem. Kunstmest had je toen namelijk nog niet veel. Klaver werd beschouwd als de hoeksteen van de vruchtopvolging. Klaver was nodig om het land gezond te houden en de grond te voorzien van voldoende voedingsstoffen. Het was natuurlijk, heel anders dan nu. Meneer vertelt dat als hij ploegde achter hem de meeuwen op het land zaten. Dat kwam de grond ook ten goede. Bij zijn buurman zag je dat niet gebeuren. Hoe meer leven in de grond (wormen, schimmels, bacteriën), hoe gezonder de grond blijft. Tegenwoordig wordt de grond uitgeput door de mechanisatie. Dat komt de grondstructuur en de humus niet ten goede. Het gaat allemaal stuk. Je ziet ook wel dat men inziet dat het nu anders moet. Daarom wordt er ook veel compost aan de grond toegevoegd. Groenbemesting is jarenlang verwaarloosd. Het is de schuld van de mens dat de klaver bijna is verdwenen ten gunste van goedkopere stikstof. Medema is de enige in Nederland die nog Fries-Groningse klaver heeft. De rest van de klaver is uitheems en daar zit relatief veel blauwzuur in. Het is iets goedkoper, maar het heeft als nadeel dat je het niet als weiland kan gebruiken, want koeien en schapen gaan er dood van als ze het eten. Daar heeft Medema nooit last van gehad. Zijn vader raadde hem vroeger al aan dat hij met zijn eigen klaver moest doorgaan. Dat deed hij en hij staat er versteld van hoe sterk zo’n gewas in de loop der tijd kan worden. Het gaat langzaam misschien, maar wel gestaag.